Oekraïne

Katja en Olena

Katja Ryborak (38) is met haar twee kinderen en zus Olena (47) halsoverkop gevlucht uit Oekraïne. Hun mannen, familie en een brandend huis achterlatend. Sinds half maart wonen ze bij de familie Swelheim aan de Busselsesteeg in ons dorp.

‘Loosbroek is really wonderful’

Een bank, twee stoelen, een klein tafeltje met daarop het enige bezit: de laptop. Het contact met de wereld. Katja schenkt een kop oploskoffie en vertelt over haar reis die ze nooit had willen maken. “Om 5.00 uur ’s nachts werd ik wakker van bombardementen,” vertelt Katja die als journalist bij een tv-station werkte in haar woonplaats Irpin, een dorp met 60.000 inwoners, gelegen aan de rivier de Irpin, direct naast de stad Kiev in het noorden van Oekraïne. “Ik heb snel een koffer ingepakt en mijn kinderen Sofia (9) en Daniel (4) wakker gemaakt. Ze laat een foto zien waarop haar huis in lichterlaaie staat. “Mijn man bleef achter om te vechten voor ons land. Ik heb mijn zus opgehaald, we hebben afscheid genomen en zijn gegaan. Een dagenlange reis met een onbekende bestemming. We zaten in een stampvolle trein, vrouwen en kinderen lagen op de grond. De ramen dichtgemaakt met ijzeren platen omdat we onderweg werden beschoten. Toen we bij een station een bus vonden zijn we ingestapt. De chauffeur vroeg waar we heen wilden. Waar u heen gaat, zei ik. Als het maar weg is, weg uit die vreselijke oorlog.” Via Polen en Duitsland vonden ze uiteindelijk onderdak in Loosbroek. Ze hebben een veilig plekje naast een paardenstal. “Tak” (ja) zegt ze, “het is hier rustig, al kruipen onze kinderen nog steeds onder de tafel als er vliegtuigen overkomen.”

DOODSBANG

De kinderen gaan naar school in het dorp. “Zoveel mensen helpen ons. Echt onvoorstelbaar. We kregen kleren, speelgoed en zelfs fietsen. En we konden niet eens fietsen, nooit gedaan, dat hebben we hier pas geleerd. Niemand fietst in Oekraïne omdat het niet zo vlak is als hier, het is heuvel op en af en de wegen zijn niet zo goed als hier. Loosbroek is really wonderful.
En iedereen zegt hallo hier. We zijn dankbaar voor dit onderdak en de hulp. We zijn oké hier. Vrienden van ons schuilen nog steeds doodsbang in kelders, anderen zijn vermoord. Elke dag bellen we naar onze mannen om te horen of ze nog leven. We volgen het nieuws en zoeken informatie over onze woonplaatsen op het internet.

Er is niet veel meer over, dat is heftig. Ook mijn huis is helemaal uitgebrand, gewoon weg, we hebben helemaal niets meer. En waarom? Why? Wat hebben we gedaan?” Ze veegt haar tranen met een mouw uit haar ogen. “We willen terug, zo snel mogelijk, maar terug naar wat? We bidden voor een goede afloop, meer kunnen we niet doen.”

Tekst: Mathieu Bosch. Foto: Wim Roefs.