Jan den Dekker
Ik ga de toekomst met vertrouwen tegemoet
Jan den Dekker woont in de Donatusstraat is getrouwd met Truus. Ze hebben twee kinderen, Harm en Linda, en zijn de trotse opa en oma van vier kleinkinderen.
Jan is geboren in 1948 aan de Achterdonksestraat nummer 5. “Een mooie jeugd was het,” mijmert Jan, “We waren thuis met zeven kinderen en zoals dat toen ging hielpen we mee op de boerderij. Ons pap was een keutelboertje. Op een gegeven moment moesten we groeien, maar daar had hij geen trek in. We verkochten de boerderij en trokken naar ’t Durp, naar het oude huis van mijnheer Wintjes.” In 1972 trouwde Jan met Truus Gevers uit Nistelrode. “Maar eigenlijk is ze veel meer Lôsbroeks dan ik,” vertelt Jan. “Haar vader kwam uit Loosbroek en hij stak niet onder stoelen of banken dat hij zijn dochter het liefst met een Lôsbroekse zag thuiskomen. Nou dat is gelukt,” lacht Jan. Truus kwam naar Loosbroek en daar zijn ze nooit meer weggegaan. “We kochten samen grond in de Donatusstraat en hebben dit huis gebouwd.”
ZANDKRUIERS
Tijdens die bouw kwam de ervaring van Jan goed van pas. “Ik ben van huis uit timmerman. Ik heb de LTS gedaan, daarna de MTS en heb ook mijn middenstanddiploma. Ik studeerde graag.” Later bleek dat ook het overbrengen van kennis hem goed ligt. “Ik ging aan de gang als praktijkinstructeur bij Revabo, de regionale vakopleiding bouw. En ook nu komt die ervaring nog van pas. Ik geef namelijk rondleidingen bij de Kilsdonkse Molen aan jong en oud. Op dit moment draait het project ‘Zo draait de molen’ voor basisschoolleerlingen. Prachtig om het enthousiasme van de kinderen te zien zodra ze de molen binnenkomen.” Jan is niet alleen vaak te vinden bij de Kilsdonkse Molen, maar ook bij de Wis. “Ik zat in het allereerste bestuur van de Wis en kom er nog steeds graag. Ik kwam er lang voor de repetities van toneelvereniging de Verenigde Spelers en was ook 17 jaar lid van de Zandkruiers. We organiseerden carnaval in Loosbroek voor jong en oud. In 1993 stopte ik met de Zandkruiers, maar in ’95 stond ik toch weer middenin het carnavalsgedruis als Prins.
RIJEN DIK
Carnaval was fantastisch, maar het allermooiste waren de Bonte Avonden. Samen met Wout van Venrooij vormde ik het duo De Bolknakkers, we zongen Brabants liedjes en hebben ook regelmatig bij andere gelegenheden opgetreden. En als schoorsteenvegers namen we vele Loosbroekenaren op de hak. Ook waren Piet van Dinther en ik jarenlang te zien als Trui en Hannes. Ik was als Hannes de aangever en Trui maakte het geweldig af. Het waren mooie tijden. In de Wis stond het tot de bar dicht met mensen die het wilden zien. Er is zelfs iemand die zijn katten Trui en Hannes heeft genoemd. Tegenwoordig kom ik graag in de Wis om een potje te biljarten met de KBO of als regisseur van de toneelgroep van de KBO. Ik hoop het binnenkort weer allemaal te kunnen oppakken, want ik ben herstellende van darmkanker.”
CHEMOPILLEN
Jan vertelt: “In juni werd ik eruit gepikt tijdens het bevolkingsonderzoek en werd verder onderzocht. Nog voor ik van de onderzoekstafel kwam, was daar al het bericht; ‘Je hebt darmkanker.’ Dat was enorm schrikken, zeker omdat het zat vrij laag, wat ongunstig zou zijn voor een eventuele operatie. Ik kreeg bestralingen en chemopillen en vervolgens kreeg ik acht weken rust voorgeschreven om te bekijken wat dat gedaan had. Zo’n 15% procent van de mensen hoeft uiteindelijk niet geopereerd te worden. Ik voelde me goed, dus dat gaf hoop. Uiteindelijk moest ik toch geopereerd worden, maar dat is gelukkig heel goed gegaan. Ik moet ook zeggen dat het team van Bernhoven echt fantastisch is. Ze zijn heel goed op elkaar ingespeeld en ontzettend vriendelijk. ‘Liever twee keer te veel bellen dan één keer te laat’ drukten ze me op het hart.
VERTROUWEN
Gelukkig waren de uitslagen van de controles erg goed. Er zijn geen uitzaaiingen gevonden, daarom ga ik de toekomst met vertrouwen tegemoet. Het is nu alleen nog even geduld hebben wat betreft het herstel. Lang zitten lukt bijvoorbeeld nog niet. Maar het gaat steeds beter. Ik hoop van de zomer weer lekker te gaan fietsen met Truus, mijn steun en toeverlaat.”
Tekst: Cindy van Haaren. Foto: Wim Roefs.