het verhaal

Ad Schouten

‘Ik blijf niet in mineur, ik kijk vooruit’

Wie Ad Schouten kent, kent ook zijn grote liefdes. WHV, Portugal en op de eerste plaats natuurlijk Toos en zijn kinderen en kleinkinderen. Ad is geboren en getogen aan de Groeneveldsestraat en werd verliefd op Toos, van de mulder. “Toen alles nog onderweg en stiekem moest, mooie tijden waren het,” lacht Ad. In 1973 trouwden ze en kregen drie kinderen; John, Steffie en Dennis. Inmiddels is Ad ook de trotse opa van zeven kleinkinderen. Zijn beroep is timmerman en hoewel hij al 11 jaar met pensioen is wordt er nog vaak gebruik gemaakt van zijn vakmanschap. “Ik klus regelmatig bij familie en vrienden en help bij verbouwingen in de winkel van onze John. Ook bij WHV heb ik heel wat gebouwd en verbouwd; de tribune, de kleedlokalen, de kantine en onlangs hebben we de bestuurskamer opgeknapt.”

FANATIEK

En dat is bij lange na niet het enige wat Ad doet bij WHV. “Ik ben al sinds de oprichting lid en speelde zo’n 25 jaar in het eerste. Al maakte ik wel een uitstapje naar Heeswijk omdat het ingekakt was bij WHV, we speelden in de kelderklasse en daar was ik véél te fanatiek voor. Gelukkig trok dat weer bij en werden we nog 4 of 5 keer kampioen. Ik heb tot mijn 60e gevoetbald, maar ook buiten het voetballen zelf is WHV echt mijn club. Ik heb er van alles gedaan. Ik beheerde samen met Toos 16 jaar de kantine, was 20 jaar jeugdvoorzitter en nog steeds ben ik bijna dagelijks bij WHV. En iets wè ge gèrre doet, daor leijde niks mee.

SAAMHORIGHEID

Er is veel veranderd in al die jaren. Alles is veel professioneler geworden. Vroeger kleedden we ons om in de hooiberg en was de overstap naar het parochiehuis al een hele verbetering. En moet je nu eens kijken wat een luxe sportcomplex we hebben, tot stand gekomen door de hulp van heel veel vrijwilligers. Dat iedereen zo behulpzaam is vind ik mooi aan onze club. Er is saamhorigheid. We kunnen ‘op z’n Lôsbroeks’ vaak een beetje mopperen want we vinden overal iets van, maar als het nodig is, is iedereen er!” Ad heeft nog altijd zitting in het bestuur van WHV. “Ik heb weleens overwogen te stoppen, maar we hebben een mooi clubje samen. We zijn aan mekaar gewaagd en ieder laat elkaar in zijn waarde. Dat is misschien ook wel iets wat je leert als je ouder wordt. Ik word rustiger merk ik. Vroeger kon ik me gruwelijk druk maken over ballen die na de training achterbleven op het veld. Nu pak ik ze op en leg ze weg. Je moet ook niet te veel bij het oude blijven. Je moet mee. Vooruitkijken.”

PORTUGAL

Vooruitkijken doet Ad niet alleen bij WHV, maar ook in het dagelijks leven. Hij vertelt: “Toos en ik gingen al 27 jaar naar Portugal en de laatste jaren in de winter zelfs voor een week of zes. In 2020 stierf Toos, maar dat betekende voor mij niet dat ik niet meer naar Portugal wilde want ik besefte me: ik ben nu eenmaal alleen, of ik nu hier ben of in Portugal. En natuurlijk is dat soms moeilijk, vooral de eerste keer was lastig. Toos was een heel bijzondere vrouw. Spontaan en heel creatief, onze tuin staat vol met prachtige beelden. En ze was recht voor z’n raap en voor niemand bang. Als bij ons voor het huis iemand iets aan het vernielen was ging Toos erop af, terwijl ik dacht ‘zou je dat nou wel doen’. Maar het liep altijd goed af, we hebben nooit een steen door de ruit gehad,” lacht Ad.

FAMILIE

In 2014 werd Toos voor de tweede keer ziek en in 2019 kwam het bericht dat ze niet meer beter zou worden. “Dat waren zware tijden,” zegt Ad, “je ziet iemand pijn hebben en veel inleveren. Ik ben blij dat ik haar tot het laatst heb mogen en kunnen verzorgen. Ik had niet gedacht dat ik dat zou kunnen, maar daar groei je in.” Toen Ad en Toos voor het laatst samen in Portugal waren, werden ze verrast door de kinderen. “Stonden ze daar ineens met zijn drieën, voor onze neus in Portugal. Fantastisch was dat. De kinderen steunen me enorm. Ik ben sowieso kei trots op de kinderen, hun aanhang en de kleinkinderen. En dat hoort ook zo als vader en opa,” stelt Ad. “Familie is het allerbelangrijkste. Zo stonden de kleinkinderen hier met kerst te playbacken. Geweldig! Maar het zijn ook die momenten waarop ik Toos extra mis, ik had er zo graag samen met haar om gelachen. Weet je wat het is; de acceptatie is er steeds meer, maar het gemis blijft. Maar ik blijf niet in mineur. Ik kijk vooruit. Binnenkort ga ik voor vijf weken naar Portugal. Naar een appartement met uitzicht op zee. Genieten van de relaxte sfeer, het prachtige weer, een lekker wijntje en heerlijke vis. Meer heeft een mens toch niet nodig.”

Tekst: Cindy van Haaren. Foto: Wim Roefs.