SANDRA HULSENBOOM
‘Het is druk, maar ik doe wat ik leuk vind, en dat maakt alles de moeite waard’
De 55-jarige Sandra Hulsenboom woont inmiddels alweer ruim acht jaar in Loosbroek aan de Schaapsdijk, samen met haar man Rob, twee katten, een volière vol vogels en een aantal kippen. Samen hebben ze 31-jarige dochter Zoë die in Nijmegen woont. Sandra werkt alweer ruim 15 jaar bij Senioren Brabant Zeeland (de vroegere KBO) waar ze het bestuur en de directie ondersteunt.
De eerste vijf jaar van haar leven bracht Sandra samen met haar ouders en zus door in Maleisië, waar haar vader vanwege zijn werk gestationeerd was. “Ook toen we terug waren in Nederland zijn we nog vaak verhuisd in het kader van mijn vaders carrière. Dat vonden mijn zus en ik niet altijd leuk. Ik herinner me nog hoe boos ik een keer was dat we alweer moesten verhuizen, vooral omdat ik toen afscheid moest nemen van mijn verzorgpony Isabella. Mijn vader beloofde me een eigen pony, maar die is er toen niet gekomen. Ik was 10 jaar toen mijn liefde voor paarden is ontstaan.”
Verhuizingen
De jonge Sandra had het thuis niet altijd gemakkelijk. “Mijn vader was veel aan het werk en we hadden geen goede band, daarnaast kampte mijn moeder met gezondheidsproblemen. Ik heb me altijd erg verantwoordelijk gevoeld voor mijn moeder en zorgde als kind al voor haar en deed vaak huishoudelijke taken. Dit heeft zeker wel wat met me gedaan en heeft me ook gevormd tot hoe ik nu ben. Op mijn 15e trok ik het thuis niet meer en ben ik weggegaan. Ik vertrok naar Den Bosch, want daar woonde familie en Den Bosch was daarom de enige constante factor gedurende mijn jeugd en alle verhuizingen. Het duurde wel even voordat ik een vast stekkie had. Zo woonde ik kort bij een oom, in een inloophuis, nog even bij mijn oma om op een rustige plek te kunnen studeren voor mijn eindexamen, totdat ik op 16-jarige leeftijd een eigen kamer had bij een huisbaas. Ook heb ik bijna een jaar in Zwitserland gewoond en daar als au pair bij een Zwitserse familie gewerkt. Daarna heb ik twee jaar bij een vriendin en haar man gewoond in Den Bosch, had ik een studio in het centrum, leerde ik Rob kennen en niet lang daarna trok ik bij hem in”.
CMV
Op haar 27e krijgt Sandra te maken met een virusinfectie waar ze ernstig ziek van wordt. “CMV is een virusinfectie die eigenlijk mild verloopt, alleen ik werd er drie jaar ernstig ziek van en helaas is nadien mijn energielevel nooit meer op het oude niveau gekomen. Nog steeds vlamt de ziekte soms weer op en kamp ik met extreme vermoeidheid. Ik moet blijven opletten hoe ik mijn energie inzet”. Toch heeft dit Sandra er nooit van weerhouden om te genieten van het leven en leuke dingen te doen. Ze gaat graag lekker uit eten met Rob of met vrienden, een avondje borrelen, maar er was ook altijd ruimte voor haar grote hobby: paarden! “Het begon toen onze dochter Zoë acht jaar oud was en op paardrijles wilde. Ik was natuurlijk meteen enthousiast. We hebben toen ze negen jaar was een pony voor haar gekocht en ik ben al snel ook zelf weer gaan paardrijden. Eerst op een paard dat we hadden geleaset, maar uiteindelijk kochten we voor mij ook een paard. Een aantal jaar waren Zoë en ik bijna dagelijks op de manege en later pensionstal in Berlicum te vinden. Later verhuisden we met ons paard naar een pensionstal in Vorstenbosch en op weg naar stal kwamen we dan altijd door Loosbroek, dus zo maakte ik al een beetje kennis met dit leuke dorpje. Overigens was Loosbroek niet onbekend voor mij, want een vriendin van me woont er ook.”
Het ongeluk
Na een periode waarin paarden even geen rol speelden in het leven van Sandra en Zoë, begon het vier jaar geleden opnieuw te kriebelen. Samen besloten ze veulen Pien te kopen als toekomstpaard voor Zoë, die op dat moment nog in Scheveningen woonde, maar op termijn terug naar Brabant wilde richting haar ouders. Maar het leven liep anders. “Zoë reed in Delfgauw op een pensionstal op het paard van iemand anders,” vertelt Sandra. “Helaas bleek later dat dit paard gedragsproblemen had, wat al eerder tot gevaarlijke situaties had geleid maar waar Zoë niet van op de hoogte was. Uiteindelijk werd Zoë van het paard gegooid, met ernstige gevolgen: ze brak vier rugwervels en liep nek- en hersenletsel op. Haar revalidatie is nog steeds niet afgerond.” Sandra raakt zichtbaar geëmotioneerd als ze vertelt: “Het is hartverscheurend om te zien dat onze dochter, mijn alles, de rest van haar leven pijn zal hebben en niet meer het leven kan leiden waar ze van droomde. Ze had een prachtige universitaire studie afgerond en een droombaan gevonden, maar op dit moment is het überhaupt de vraag of ze ooit nog aan het werk zal kunnen. Wel is duidelijk dat ze niet meer terug op niveau zal komen in haar oude werk. Er is niets mis met haar intelligentie, maar wel met haar hersenvaardigheden. Ze heeft veel pijn, raakt snel overprikkeld, en worstelt met concentratieproblemen en zware hoofdpijn. Tegelijkertijd ben ik ontzettend dankbaar dat ze er nog is. Het had zoveel erger kunnen aflopen.” Het ongeluk heeft niet alleen Zoë’s leven, maar ook dat van Sandra diep veranderd. “Zoë doet ongelooflijk haar best om met haar situatie om te gaan en aan haar gezondheid te werken. Ik ben zo enorm trots op haar, maar ik maak me ook zorgen om haar toekomst. Het is zwaar om haar pijn en verdriet te zien.”
Pensioen
Toch probeert Sandra haar eigen leven in balans te houden. “Ik geniet nog steeds van leuke dingen doen met vrienden en ik haal veel plezier uit ons paard Pien, die nu bij een professionele ruiter wordt getraind, maar wel door mij wordt verzorgd. Ik doe grondwerk en schriktraining met Pien, dit is ook een vorm van training. Maar alles kost me energie, dus ik moet goed afwegen wat ik wel en niet doe. Gelukkig heeft Rob sinds kort meer tijd; hij is namelijk met pensioen. Of we samen met een camper Nederland door gaan trekken? Eh, nee,” zegt Sandra lachend. “Ik moet helaas nog zo’n twaalf jaar werken voordat ik met pensioen kan. En tja, met een dure hobby als deze is stoppen voorlopig geen optie!” Met een glimlach sluit ze af: “Het is druk, maar ik doe wat ik leuk vind, en dat maakt alles de moeite waard”.
Tekst: Miriam van Dijk | Foto: privé