het verhaal

Gerda van der Heijden

‘Wij hebben nooit de intentie gehad om hier weg te gaan’

Gerda van der Heijden (71) is een Loosbroekse, ‘een echte’: geboren en getogen in ons mooie dorp. Op de Groeneveldsestraat stond ooit haar ouderlijk huis. Bert en Marie Schouten hadden daar een gemengd boerenbedrijf met varkens, koeien en kippen. Behalve Gerda waren er drie broers in het gezin Schouten: Huub, Ad en Gerard. Paard en wagen

In 1973 sloeg het noodlot toe en is haar vader Bert verongelukt op de kruising met de Achterdonksestraat. Van haar broers woonden er toen nog twee thuis. Maar opvolging van het bedrijf was er niet dus toen hebben ze de boerderij moeten verkopen en is moeder Schouten in 1977 naar Dinther verhuisd. Een dergelijk trauma hakt erin als je pas 20 jaar bent! Gerda: “Ik heb het ook echt zien gebeuren: ik kwam naar huis gefietst en zag ons pap met paard en wagen van links op de kruising aan komen rijden. Ik zag meteen dat er iets niet goed ging, want het paard ging veel te hard! Uiteindelijk belandde het paard in de weide en ons pap op de grond. Dat blijft altijd bij je, dat vergeet je nooit meer!”

Huishoudschool

Na de lagere school in Loosbroek ging Gerda naar de huishoudschool in Veghel en verloofde ze zich met Mari van der Heijden uit Dinther. Het jonge stel bouwde hun huis in Loosbroek en trouwde in 1975, waarna ze zich vestigden op de Schaapsdijk waar ze nu nog steeds na bijna 50 jaar met veel plezier wonen. Ze kregen een dochter: Sandra en inmiddels zijn er twee alweer wat grotere kleinkinderen (Luuk van 16 en Isa van 14 jaar). Gerda werkte voor de geboorte van Sandra in de gezinszorg In Heeswijk-Dinther- Loosbroek. Op de vraag of dat zwaar werk was antwoordt Gerda: “Jawel maar niet zo zwaar als tegenwoordig: je was meestal maar bij een gezin van 9.00 tot 17.00 of hooguit met een wisseling van gezin halverwege de dag. Maar je was niet zoveel op pad als tegenwoordig het geval is, dus ik heb het nooit als erg zwaar ervaren. Je was ook nog jong natuurlijk!” Toen Sandra geboren werd stopte ze met werken. “Dat was toen gebruikelijk.”

Vrijwilligerswerk

Veel mensen zullen Gerda kennen van het vele vrijwilligerswerk: peuterspeelzaal, de Wis, waar ze maar liefst 40 jaar te vinden was bij vele koffietafels en recepties, en nu 1½ jaar geleden mee gestopt is. Een keer per maand zet ze zich nog in voor de ontmoetingsmiddag in de Wis. Gerda vult aan en legt uit: “En dan help ik mee in D’n Hoek bij ‘het eetpunt’. Ik bestel bijvoorbeeld het eten. Op het ogenblik komen er 10 personen iedere donderdag warm eten, 3 gangen, wij maken het met twee vrijwilligers warm, dekken de tafel enzovoort. De doelgroep zijn de wat oudere, meestal alleenstaande mensen, die een keer per week gezellig met elkaar kunnen eten.” Of Loosbroek bevalt? Gerda lacht breeduit: “Ik weet niet hoe het ergens anders is! Nooit hebben wij de intentie gehad om hier weg te gaan.” Wat is er fijn aan Loosbroek? “Het gemoedelijke: ons kent ons. Niet dat we iedereen nog kennen net als vroeger, maar het is vertrouwd. Onze dochter woont om de hoek en we gaan bij het voetballen en korfballen van de kleinkinderen kijken, te voet… lekker dichtbij”. Vakanties werden altijd in het buitenland doorgebracht tot aan de corona periode. Wel bleven Gerda en Mari binnen Europa: Italië, Griekenland, Spanje. “De laatste jaren houden we het bij korte fietsvakanties: de Elfstedentocht in Friesland, de heide in Drenthe, maar… wel elektrisch!” knipoogt ze. Er is een actieve buurtvereniging met een paar keer per jaar een activiteit. Ieder jaar bijvoorbeeld een jeu-de-boule wedstrijd, dit jaar met een lekker buffet omdat ‘de buurt’ 30 jaar bestond. Gerda is graag van de partij!

Streekromans

Heeft Gerda nog andere hobby’s? Ze knikt: “Ik houd van wandelen, liefst elke dag, maar sinds Mari met gezondheidsproblemen zit en niet meer mee kan is het minder geworden, en verder fietsen en tennis. Ik geef niet om tv kijken, films al helemaal niet. Boeken lees ik wel: vooral streekromans.” Wat mensen over mij zouden moeten lezen? Ze denkt na: “ach wat zal ik zeggen: de meesten kennen mij toch al wel, dus dat mogen ze zelf invullen. Ik was al eerder gevraagd voor een interview maar toen zei ik ook al: wat moet ik toch in de Dorus doen?”

Huishouden

Veilig voelt Gerda zich wel in Loosbroek, ze weet van geen inbraken of andere calamiteiten. Ze ziet wel eens een verdwaalde feestganger of een schijnbaar dakloze ergens liggen slapen, maar verder is de overlast niet het noemen waard. Ze kijkt terug: “De Schaapsdijk staat al lang niet meer zo vol met auto’s als vroeger, toen Lunenburg nog druk bezocht werd ieder weekend, dat was wel een ding.” Op verzoek kan Mari zijn vrouw in een woord kernachtig beschrijven: “Behulpzaam! Als iemand iets nodig heeft dan staat zij vooraan!” Gerda van der Heijden is zelf bescheiden maar staat altijd klaar voor een ander, helpt met wat er ook nodig is, of het nu haar eigen man betreft, de buren of andere leden van de familie. Zo kan haar tante voor wie zij voorheen het huis(houden) bijhield, nu nog steeds rekenen op een wekelijks bezoek in de Laverhof.

Tekst: Mieke Bossers | Foto: Gido Boets