goud van oud

Mien Bosch – Hurkmans

‘Ik doe nog zoveel mogelijk mee’

Mien Bosch-Hurkmans (83) werd geboren in Mariaheide als vijfde in een gezin van twaalf kinderen. Toen ze zeven weken oud was verhuisden ze naar Loosbroek. Daar volgde ze de lagere school. “Verder leren was in die tijd geen optie,” vertelt Mien. “Wel moesten we wat later in Vorstenbosch op naailes, zodat we zelf onze kleren konden maken. Toen we trouwden kregen we van ons moeder dan ook een naaimachine mee.” Dat trouwen deed ze met Henk Bosch waar ze als 18-jarige verkering mee kreeg. “Mijn moeder vroeg of hij niet veel te oud was, we scheelden zeven jaar, maar als je verliefd wordt, telt dat niet,” lacht ze. Samen kregen ze twee kinderen, Mike die met Eli nog steeds naast haar woont, en Marga die thuis is in Den Bosch.

GENIETEN

Zingen was een rode draad in hun levens. Met vrienden en familie met een borreltje, maar ook bij het gemengd Koor waar Henk 60 jaar lid was en Mien nog steeds trouw elke week repeteert. Er volgde een werkzaam leven met ups en downs, het genieten was vooral met uitjes met de caravan en wekelijkse bridgeavondjes. “Toen Henk last kreeg van dementie werd dat allemaal minder. Dat was zwaar, ook omdat hij er zelf moeilijk mee om kon gaan. Ik heb hem geholpen tot het niet meer ging. Hij verhuisde naar Laverhof waar hij 15 maart 2020 overleed. Een moeilijke tijd maar ik ben er doorheen gekomen. Ik doe nu wat vrijwilligerswerk op Laverhof. Daarnaast probeer ik fit te blijven door twee keer per week te fitnessen, in m’n tuin te werken, veel te fietsen en elke dag met m’n hondje naar het Jonkersbos te wandelen en naar het kerkhof. Dat is goed voor hem en goed voor mij. En het werkt, ik voel me goed, al zeggen ze soms dat ik te dun ben, maar ik ben net als ons pap unne magere mens.”

JOKEREN

Het hondje is haar trouwe gezel. “Daar ben ik zo blij mee, hij is er altijd en dan kom je niet meer alleen thuis. Maar alleen is maar alleen, daar wen je nooit aan. Het leven in je eentje is saai, je wereld wordt klein. Ik doe nog zoveel mogelijk mee. Op maandag maak ik soep voor mijn kinderen, op donderdagmiddag bridgen, zaterdagsavonds jokeren. Maar dan is er nog veel tijd om alleen te zijn. Er is nog wel eens een feestje, maar het blijft lastig om ergens alleen binnen te gaan, en ik ga dan ook vroeg weer naar huis. D’r is niks meer aan. Zo is ‘t gewoon. Waar ik nog blij van word? Van mijn kinderen en kleinkinderen, maar ook van de kinderen van mijn buren, die roepen altijd als ze me zien. Zo fijn dat je gezien wordt, daar heb ik echt geluk mee.”

Tekst: Mathieu Bosch. Foto: Wim Roefs.