Gido Boets
‘Genieten van het leven omdat je niet moet wachten tot later’
Ons gesprek begint met koffie en eindigt anderhalf uur later met een héél klein slokje 75-jaar oude whisky. “Deze moet je echt even proeven; die heb ik gekregen toen ik 25 jaar bij Organon was.” Daartussen hebben we het over wonen in Loosbroek, genieten van het leven omdat je niet moet wachten tot later, klussen, vakanties en nog veel meer.
Barbecueën
“Dat barbecueën is wel een familieding,” begint Gido. “Mijn vader was kok; misschien heb ik het van hem mee gekregen. We kwamen thuis al regelmatig bij elkaar om met het hele gezin te barbecueën en dat is nu met de kinderen nog steeds. Vrijwel het hele jaar door. Eerst hadden wij een buitenkeuken met een gasbarbecue en nu hebben wij zo’n Green Egg. Dat is heerlijk koken.
’s Ochtends gooi ik het vlees erop en ’s avonds is het gaar. En ondertussen werk ik een beetje in de tuin of iets anders en af en toe kijk ik of het goed gaat. Het is een ideaal ding. Ik maak er ook andere dingen in klaar, zoals een stoofpotje of vis. Of vlees op een eiken plankje. Dan krijgt het zo’n speciale smaak. En ik probeer dingen uit en meestal gaat het goed. Ik heb nog niet meegemaakt dat ze het lieten staan.”
Ultieme vrijheid
Op vakanties kookt Gido ook altijd, maar dan op zo’n gewone skottelbraai. Dat brengt ons op het ontdekken van het wandelplezier. Toen de kinderen nog klein waren kwam het er nog niet van, maar toen Gido en Helma met de caravan in de Dolomieten stonden, maakten zij voor het eerst kennis met wandelen in de bergen. En dat hebben zij al op verschillende vakanties gedaan. “Wij wilden altijd al een keer een grote reis maken en toen zagen wij op TV een uitzending van Drie Op Reis over het gebied Upper Mustang in Nepal. Daar hebben wij ons in verdiept en in 2021 zijn wij daar een tocht gaan lopen. Dat was geweldig. Je kunt niet in woorden of foto’s vatten hoe het echt is. De mensen daar zijn heel vriendelijk terwijl zij helemaal niets hebben. De wandelaars betekenen een klein beetje inkomen voor de gids en de drager. Het is er Boeddhistisch. De natuur is er heel puur en als je daar loopt voel je je heel nietig. En tegelijkertijd is het een soort ultieme vrijheid. We vonden het zo mooi dat wij eind van dit jaar nog een keer gaan. Naar een ander gebied en met iets kortere wandelingen per dag. Het was best zwaar en hoog.”
Leopard II tanks
Gido is geboren en getogen in St. Oedenrode en daar leerde hij in 1982 Helma kennen. Hij zat toen op de MTS in Eindhoven waar hij de opleiding voor technisch tekenaar afmaakte. Gido en Helma trouwden in 1988 en woonden een aantal jaren in Oss. “Voor het werk bij Defensie moest ik soms in Grave zijn, maar ook in Heesch. En Oss lag dus een beetje centraal. Bij Defensie heb ik 11 jaar gewerkt. Die Leopard II tanks daar weet ik eigenlijk alles van.” Maar werken bij Defensie betekende ook uitgezonden worden op oefening en dus soms een aantal weken of maanden van huis weg zijn. “Onze zoon Joris was inmiddels geboren en toen ik weer een keer thuiskwam dacht ik: ‘wat is hij veel veranderd; en dat heb ik allemaal gemist.’ Toen ben ik een andere baan gaan zoeken. Ik solliciteerde bij Organon als leidinggevende op de werktuigbouwkundige afdeling en ’s avonds werd ik gebeld dat ik het werd.”
Verduurzamen
Ook hun tweede zoon, Koen, werd in Oss geboren. Maar het verlangen om in een dorp te wonen werd groter. De ouders van Gido hadden vrienden in Loosbroek die hun huis aan de Pastoor de Grootstraat wilden verkopen. Gido en Helma kenden het huis en ze hadden er meteen een goed gevoel bij. “Het was een klus-huis, maar ik ben wel een beetje handig. We zagen dat er iets van te maken was, ook al moest er veel aan gebeuren. In 2003 zijn we hier komen wonen. We voelden ons er meteen thuis. Loosbroek past bij ons. Een leuke buurt met aardige mensen. Ik hoef niet iedereen te kennen of met iedereen om te gaan, maar er is genoeg te doen en ik kan het opzoeken wanneer ik dat wil. We wonen hier nu bijna 20 jaar. De verbouwingen zijn wel gedaan. Nu nog wat verduurzamen. Wat ons betreft blijven wij hier zolang het gaat.”
Tekst: Wietske Piek | Foto: Wim Roefs