portret

Vera van Overbeek-Schimmel

‘C’EST L’AMOUR’

Het is 22 april 1947 als Vera Schimmel ter wereld komt in de Kruisstraat. Op haar  twaalfde gaat ze naar de kostschool Papenhulst in Den Bosch. Tussen alle nonnen die  daar lesgaven, was er één die opviel: zuster Tarcisius! Ze gaf op een bijzonder verleidelijke  manier les in Frans. Thuis ging Vera Franse liedjes zingen, op piano begeleid door haar  moeder, die van de Franse taal hield. Vera’s liefde voor het Frans was geboren. Ze had  net de MULO achter de rug toen plots haar vader overleed op 54-jarige leeftijd. Ze had  een hele sterke band met hem en haar wereld stortte even in. “Ik heb fijne herinneringen  aan mijn vader die me altijd steunde en aanmoedigde. Toen ik op 14-jarige leeftijd door  hem naar de trein werd gebracht om een correspondentievriendin in Beverwijk op te gaan  zoeken, gaf hij me het vertrouwen dat ik dat kon. Hij zei: ‘Je hebt een Hollandse mond’ en  ‘Laat wel even weten als je d’r bent’. Pa had durf en conformeerde zich, net als ik, ook niet  zomaar aan modegrillen en trends.” 

KUNST VORM EN KLEUR 

Maar het leven zonder vader moest doorgaan en Vera kiest ervoor om de verpleging  in te gaan. Op haar 17e gaat ze werken en leren in het Carolus Ziekenhuis. Op haar  21e maakt ze de overstap naar het Sint Joseph Ziekenhuis in Eindhoven, waar ze  haar kraam- en kinderaantekening haalt. Wanneer een vriendin vraagt of ze voor  haar ernstig zieke vader wil komen zorgen, verlegt ze haar koers. “Henk van den  Berghe was begin 50, ingenieur bij Philips en hij woonde met zijn vrouw Mies in het  ‘witte dorp’. Ik had een fulltime baan aan de verzorging van Henk, die op zijn beurt  zijn liefde voor kunst met mij deelde.” Trots toont ze een schilderij van zijn hand, dat  nog altijd in de woonkamer prijkt: zicht op de haven in Honfleur, wat hij maakte op  een van zijn vele schilderreizen naar Frankrijk. Terwijl Vera de bladzijden van zijn  kunstboeken omsloeg, vertelde Henk gepassioneerd over impressionisme en andere  stromingen in de kunst. Na ruim een jaar door Vera verzorgd te zijn, overlijdt Henk.  Vera’s liefde voor kunst, vorm en kleur is gebleven. 

EEN PRACHTIG DORPJE 

Broer Piet was getrouwd met Riki van Overbeek en zo leerde Vera haar man Theo  van Overbeek kennen. Hij studeerde sociologie in Tilburg en is 28 als hij les gaat  geven op de pedagogische academie om onder de dienstplicht uit te komen. Een van  de voorwaarden is dat ze binnen een straal van 15 km van Veghel komen wonen.  De twee kopen boerderij ‘De Witte Hoeve’ aan de Achterdonksestraat. In die tijd  was dat een vakantieboerderij met vijf appartementen. Vera werkt ondertussen in  de wijkverpleging in Sint-Oedenrode tot in ’75 dochter Noor geboren wordt. Tot  de geboorte van Wout in ’78 werkt ze in de wijkverpleging in Vorstenbosch en in  ’80 wordt Bart geboren. Vakanties brengen ze samen door met de vouwwagen  in Frankrijk. “Op een dag kwamen we terecht in een prachtig dorpje gelegen in  de ‘Drôme’, en in het plaatselijke café leerden we madame Borel kennen, die ons  in contact bracht met een stel van wie we 10 jaar later het vakantiehuis zouden  overnemen. Vele mooie vakanties met de kinderen en met vrienden volgen. Nog  steeds reizen we met regelmaat af naar dit dorpje en zo ook de kinderen. Een  bezoekje aan Odette Borel, die ondertussen halverwege de negentig is, slaan we  nooit over.” 

VERJAARDAGSWENS 

Toen Bart drie maanden oud was, startte Vera met een opleiding pottenbakken bij  Jacqueline van den Elzen in Heeswijk en gaat daar maar liefst 15 jaar lang mee door;  zo leuk vindt ze het werken met klei! Op haar 57e besluit Vera te stoppen met haar  werk, moe van het luisteren naar de problemen van de mensen die om zorg vroegen.  Ze heeft geen moment spijt, gouden jaren breken aan en ze begint aan een cursus  ijzersmeden. Bij siersmid Jos de Graaf gaat ze acht winters lang in de leer (Jos is  zelf dan al achter in de 70). Ze dacht aanvankelijk dat ze vanwege reuma dit niet  zou kunnen, maar Jos stelde haar gerust: ‘Als je het goed doet kost het geen kracht’,  en dat klopte ook. Ze geniet intens van het werken met materialen als klei, ijzer en  glas en maakt de mooiste dingen, liefst ook nog praktisch bruikbaar. “Als ik opnieuw  mag beginnen, dan graag als industrieel vormgever,” klinkt het enthousiast. Door  haar fascinatie voor ‘gezichten’ boetseert ze tegenwoordig vooral portretten. Met  haar kleinkinderen deelt ze graag haar aandacht voor de natuur, de bloemen en de  vogeltjes en verzekert ze dat die natuur er altijd zal zijn. Haar liefde voor mensen,  natuur, kunst en kleur zorgt ervoor dat ze een gelukkig mens is en als iemand vraagt  ‘Wat wens je voor je verjaardag?’ antwoordt ze graag met ‘L’amour’! 

Tekst Jan van der Spank | Foto: Wim Roefs