Ik was afgelopen maand een paar dagen met vrienden in Griekenland. En tijdens een tour vertelde een gids vol trots over alle Griekse kazen, olijven en dranken, en ik bedacht me dat we in Loosbroek eigenlijk helemaal geen culinaire identiteit hebben.
Natuurlijk hebben we jarenlang kunnen genieten van de worstenbroodjes van Harrie Lunenburg, en is de whisky van Dennis Hurkmans zo goed dat ze deze na sluitingstijd zelfs in grote getale af komen halen. Maar met zoveel grondstoffen en talenten moeten we toch wel wat meer kunnen maken en dan iets wat past bij de Loosbroekse identiteit. En ik denk dat we maar gebruik moeten maken van de opwarming van de aarde, en druifjes moeten gaan planten want ik voorzie grote kansen voor de Loosbroekse wijn!
Gemaakt van druiven die zijn gegroeid uit de aarde waar de wortels het vocht en het zweet van de Loosbroekse mensen opzuigen. En de bladeren en druiven die de zon en de warmte van de mensen opnemen, en dat laten we rijpen in een eikenhouten vat. En als na een tijd de wijn gefilterd en gebotteld is, heeft onze wijn de essentie van Loosbroek gevangen, en komen de wijnkenners met de volgende beoordeling:
“Een krachtige wijn, die aanvankelijk wat verlegen uit de hoek komt maar na even wachten helemaal los komt. De jonge wijn kan wat brutaal aan de wang plakken, maar als deze wat meer gerijpt is, wordt deze wat zachter en verfijnder. De kleur is vol en de geur doet denken aan vers gemaaid gras en koffie. Kortom, een wijn die naar meer smaakt.”