jeugd

Teus Josemanders

‘Zo vader, zo zoon’

Aan de Dorpsstraat 6 woont Teus Josemanders samen met z’n vader Anton en de tweelingbroers Toon en Gert. Zijn oudere zus Stien woont op kamers in Den Bosch en zijn moeder, Mariette van Uden, woont met haar nieuwe relatie in Tilburg. Op de fiets ging hij naar de middelbare school in Oss en daarna zit Teus een jaar lang op de loonwerkersopleiding in Boxtel. “Ik wilde kraanmachinist worden, net als mijn vader. Ik reed toen meestal met de trekker naar school en ik was zeker niet de enige,” lacht hij. “Op het speciale parkeerterrein stonden er ’n heleboel en diegene met de grootste trekker waren meestal de jongens die thuis een loonbedrijf hadden.” Wie denkt dat de opleiding alleen door jongens gevolgd word heeft het mis; er zaten ook nog drie meiden in zijn klas. Teus merkt dat hij tijdens de praktijkdagen op de verschillende stageadressen te weinig ervaring opdoet, waarschijnlijk omdat hij nog te jong is en men hem daarom geen grote machines toevertrouwd. “Ik besloot toen om de machinistenopleiding in Harderwijk te gaan volgen. Drie jaar lang was ik daar vier dagen in de week intern op de campus. Het bevalt me goed en ik wil aansluitend een extra studiejaar tot uitvoerder gaan doen.” In Harderwijk beschikken ze over een twintigtal moderne machines en een enorme zandbak waarin praktijklessen gedaan worden.

CARNAVAL

Ook het carnaval zit diep in Teus’ bloed. “Mijn vader heeft me waarschijnlijk met het carnavalsvirus besmet,” lacht hij. Anton bouwde namelijk jarenlang wagens voor de optocht in Loosbroek samen met een goeie vriend uit Vinkel. Op zijn beurt bouwt Teus nu alweer verschillende jaren mee aan de wagens van CV Tis-wa-tis in Vinkel. Het is een gezellige club van jongeren waarvan de oudste nu 21 is. De bouw van de carnavalswagen voor de volgende optocht is alweer begonnen. “We bouwen bijna dagelijks een half jaar lang aan die wagen. Het is flink wat werk, maar we hopen voor de vierde keer op rij de eerste prijs te winnen!” Volgens Teus heeft iedereen binnen de groep zijn eigen specialiteit. “Ik buig graag het staal, terwijl een ander heel handig het gaas aanbrengt of papier plakt. En bij de afwerking pak ik graag de verfspuit om de details aan te brengen.” De bouwers leggen het latje steeds hoger en door de jaren heen hebben ze steeds meer ervaring opgedaan, vooral met de bewegende delen. “We worden steeds beter in het bedenken en construeren ervan, en het helpt dat een aantal van ons werktuigbouwkunde studeert of beoefent”, licht Teus toe. Veel onderdelen en assen halen ze van oude landbouwmachines, en elektromotoren zorgen voor de aandrijving. Een groot aggregaat op de wagen levert de stroom. “Een van de mooiste momenten is als de enorme wagen voor het eerst de bouwhal uitrijdt.” En dan kan het feest beginnen.”

Wij zijn nu al nieuwsgierig naar het resultaat Teus!

Tekst: Jan van der Spank | Foto: Miriam van Dijk