Dorpsgenoot

Ad Geenen

‘Parachutespringen, dat lijkt me nog wel wat’

Ad Geenen (75) woont met zijn vrouw Jo aan de Dorpsstraat. Als middelste in een gezin van negen kinderen groeide hij op in ons dorp. Het eerste kroegbezoek bij ‘Van Rooijkes’, een toenmalig café en friettent aan de Krommedelseweg staat hem nog helder voor de geest. “Daar zagen ze het niet zo nauw met de leeftijd. Bij Lunenburg waren ze strenger,” weet hij. Uiteindelijk begon het grote uitgaan toch bij Lunenburg waar hij ook Jo ontmoette. “Ze kwam uit Wijbosch en ging een keer mee met haar vriendin Annie van Bert van Menzel, een vriend van mij. We trekken nog altijd veel met z’n vieren op.”

BROKKENMAKER

Na de lts ging Ad aan de slag als metselaar. Ik heb honderden huizen gebouwd in de regio, waaronder ons eigen huis aan de Krommedelseweg. Na vijftien jaar metselen ben ik gaan boeren op ons huidige adres. Ik had een stuk of 80 zeugen. Na een jaar of zes ben ik daarmee gestopt en bij de CHV in Veghel gaan werken als operator ofwel ‘brokkenmaker’. De varkensschuur werd een professionele beugelbaan. Sinds mijn pensioen genieten we alleen nog maar. Van onze drie kinderen en vier kleinkinderen, ons fijne huis met mooi uitzicht, maar vooral van de beugelbaan. Dat is echt mijn grootste hobby. Er is een keer of drie in de week wat te doen, onder de mensen zijn, dat is toch het mooiste, het is altijd gezellig.

GEMOEDELIJK

Ik ben een echte Loosbroekse. Zo voelt het ook. Voor mij betekent dat een beetje bijhouden wat er gebeurt, en interesse tonen in de mensen om je heen. De gemoedelijkheid hier spreekt me echt aan. Net als dat iedereen hier groet. Er is altijd een ‘goeiendag’. Een tijd geleden hebben weer samen de rommelmarkt georganiseerd. Met Loosbroekse mensen onder elkaar, dat vind ik prachtig, wa buurten, dat is zo gezellig! En ook met buitendurpse natuurlijk, die halen we er graag bij. Ik geloof niet in die verschillen, iedereen kan meedoen als je maar wilt. Als je je laat zien en je wilt helpen hoor je er bij wat mij betreft. Dat vind ik.”

HOOGTEVREES

Het leven gaat intussen een tandje langzamer. “Er moet niet zoveel meer. Ik heb mooie dingen gedaan en fijne reizen gemaakt. Veel dromen en ambities heb ik dan ook niet meer. Al kun je me voor iets spannends nog altijd wakker maken. Zo ga ik graag in een achtbaan, hoe harder en hoger hoe liever, dat is het eerste waarvoor ik in de rij ga staan bij de Efteling. Het liefst in de Python. Als je het niet durft is het afzien, maar als je het wel durft is het absoluut kicken. Ik heb geen hoogtevrees en kan er gruwelijk van genieten. Ik mag dan 75 zijn, maar een keer parachutespringen, dat lijkt me nog wel wat!“

Tekst: Mathieu Bosch. Foto: Wim Roefs.